“Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit; steeds meer mensen werden gered” Handelingen 2: 47
Lucas vertelt ons in Handelingen 2 hoe de Heilige Geest heel concreet een plaats krijgt in de gelovigen en in de gemeente. De vorige keer behandelde ik de eerste vijf stappen: Je laten dopen- onderwijs uit de Bijbel ontvangen- je aansluiten bij een gemeente- het avondmaal mee vieren- en bidden. Deze keer ga ik wat dieper in op de volgende vijf stappen
6. Allen die het geloof hadden aanvaard, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk.
Laten we eerst maar beginnen te zeggen wat dit niet betekent; het is geen oproep tot communisme. Lucas had nog nooit van Karl Marx gehoord en hij streeft ook geen politieke idealen na. Het is ook niet de bedoeling dat iedere christen nu maar in een klooster moet treden.
Maar waar het hier wel omgaat is dat we als volgelingen van Jezus geroepen zijn om elkaar en de wereld te dienen. Dat we in de kerkelijke gemeente solidair zijn met de armen. Het gaat dus om diaconie, in de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland staat het als volgt verwoord “De gemeente vervult haar diaconale roeping in de kerk en in de wereld door in de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid te delen wat haar aan gaven geschonken is, te helpen waar geen helper is en te getuigen van de gerechtigheid van God waar onrecht geschiedt.
Geld en bezit dus niet te zien als een middel om macht, status of veiligheid te bereiken, maar het te zien als een zegen van God om de armen daarmee te kunnen helpen. En degene die het geeft doet dat uit liefde voor God en degene die het ontvangt is God er dankbaar voor.
7. Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde.
Voor de eerste lezers was de tempel de ontmoetingsplaats van de christelijke gemeente. Voor ons is dat de kerkelijke gemeente in de wekelijkse eredienst en in de kleine groepen. En dan denk in de eerste plaats aan de gemeentegroeigroepen en de bijbelgroepen. Maar natuurlijk ook dat alles wat te maken heeft met het besturen van de gemeente, hoe we samen als broeders en zusters van de Heer vormgeven aan Zijn gemeente. En dat doen we trouw- dus met regelmaat en niet afhankelijk gemaakt van eigen behoeften en we doen het eensgezind, dus met dezelfde overtuiging. En die broederdienst ging gewoon door als de eerste christenen thuis waren, ze deelden de maaltijd in een geest van eenvoud en vreugde. Eenvoud staat hiervoor oprecht en echt, zonder uiterlijk vertoon en zonder dubbele belangen. En vol vreugde, dus niet met tegenzin en omdat het moet, maar oprecht blij zijn dat je zo kunt deelnemen aan de gemeente van Christus.
8. Ze loofden God.
Je ziet trouwens wel bij deze laatste vijf stappen een beweging, naar mate je in het geloof groeit kun je steeds meer voor God en de ander betekenen. De innerlijke motivatie om op deze wijze deel te nemen aan de gemeente is door God groot te maken en Hem dankbaar te zijn voor alles. De lofprijzing staat centraal: God is groot! En die houding is niet afhankelijk van de grote van- of het aantal zegeningen die je ontvangt, maar is vanwege Gods trouw en beloften
9. En stonden in de gunst bij het hele volk.
We spreken vandaag vaak over missionaire gemeente, dat is een gemeente die gericht is naar buiten toe. Waar iedereen zich welkom en geaccepteerd voelt en waar de samenleving de kerkelijke gemeente waardeert om haar bestaan. In de eerste context betekende dit dat de christelijke gemeente zich niet vijandig opstelde tegenover de joden, maar zich eerder zagen als een onderdeel van hen. Later werd de christelijke gemeente in een heidense wereld vaak gewaardeerd vanwege het omzien naar zieken, armen en gevangenen. Het gaat dus om de plaats die je als christelijke gemeente inneemt in je dorp of omgeving, hoe anderen over je denken en dat het ideaal daarbij moet zijn dat je in de gunst staat bij het hele volk
10. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.
Je kunt uit dit laatste punt twee dingen halen:
- De gemeente is gericht op zending en evangelisatie en het enige doel daarvan is, dat men zoveel mogelijk mensen wil redden voor de eeuwigheid. Door de blijde boodschap van Jezus aan iedereen te verkondigen, zodat velen weten van de verlossing door het kruis en daardoor behouden kunnen worden. Geen zaak dus om alleen voor jezelf te houden.
- Dat het God is die verantwoordelijk moet worden gehouden voor het succes en de groei van de gemeente. Dus niet onze succesvolle formules of programma’s. Het is God die met Zijn Heilige Geest mensen redt en toevoegt aan de gemeente van Christus. In dat besef mogen we werken in de gemeente: In dienst van Jezus Christus en God zorgt voor de groei.
Lucas maakt ons zo duidelijk hoe het werk van de Heilige Geest heel concreet vorm krijgt in ons leven en in dat van de gemeente. Ik sluit af met een gebed van Jan Jacob Lodewijk ten Kate (1819-1889)
Laat me in U blijven, groeien, bloeien,
o Heiland die de wijnstok zijt!
Uw kracht moet in mij overvloeien,
of ‘k ben een wis verderf gewijd.
Doorstroom, beziel en zegen mij,
opdat ik waarlijk vruchtbaar zij!
Ik kan mijzelf geen wasdom geven:
niets kan ik zonder U, o Heer!
In uw gemeenschap kiemt er levenen
En levensvolheid meer en meer!
Uw Geest moet in mij uitgestort:
de rank die U ontvalt, verdort.
Deze meditatie is gepubliceerd in de Tsjerkepraat van 8 juni 2023
Pieter Knijff
Comments are closed.