Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn, want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God.
Kolossenzen 3: 1-3
Voyager 1 heeft een probleem. NASA noemt het een mysterie. De ruimtesonde werd in 1977 gelanceerd en bevindt zich nu op 23 miljard kilometer van de aarde. Zijn antenne houdt de sonde nog steeds op de aarde gericht. Maar toch lijkt zijn systeem de weg kwijt te zijn in het grote heelal. Dat doet een beetje denken aan de mensenwereld van vandaag.
Eeuwenlang is geloof ongelofelijk belangrijk geweest. Tot in de twintigste eeuw staat geloof bovenaan het lijstje van belangrijke dingen in iemands leven. Geloof wordt dan zelfs belangrijker gevonden dan gezondheid. Geloof geeft je immers eeuwigheidperspectief. Geloof laat je over de grens van dit tijdelijke aardse leven heenkijken.
Nu de kerk een minderheidspositie heeft gekregen is dat helemaal anders geworden. Mensen van nu kijken niet verder dan de horizon van dit aardse bestaan. Ze hebben geen idee meer van de werkelijkheid van een bestaan na dit leven. Laat staan dat ze nog weet hebben van tweeërlei uitkomst: eeuwig leven met God of een voortbestaan zonder Hem.
Geloof hangt er voor menigeen ook een beetje bij. Je mag het hebben. Zeker. Als je daar nu gelukkig mee bent, waarom niet? Maar het is niet meer dan een interessant extraatje. En voor de meeste mensen een extraatje dat ze niet meer nodig hebben en niet meer nodig hebben leren krijgen. Als het verboden zou worden, zouden ze er geen traan om laten.
Of dat erg is? Ik meen van wel. Wat heeft de Heere Jezus niet vaak en veel gewaarschuwd. Dat het ernstig is als je vergeet dat dit leven niet alles is. Als je de eeuwigheid niet meer voor ogen houdt. Niet meer leven wilt in het licht van de eeuwigheid. Geen weet meer hebt van het eenmaal sterven en een oordeel daarna (Hebreeën 9: 27) – van eeuwig wel of wee.
Je houdt je hart soms vast voor al die mensen die de weg zijn kwijtgeraakt. Je kunt alleen maar voor ze blijven bidden. Voyager 1 heeft tenminste nog dat ene vaste punt in het heelal in het oog: de aarde waarmee de sonde nog steeds weet te communiceren. Je hoopt en bidt dat ook mensen van nu dat ene vaste punt in onze verwarrende wereld terug mogen vinden.
Want wees maar eerlijk: ook wij vinden de wereld van nu verwarrend. En ook wij worden beïnvloed door het denken van nu. Ook wij hebben de neiging niet verder te kijken dan het hier en nu. Ook wij oriënteren ons meer en meer op het aardse leven en niet op het toekomstige. Bedenken niet meer de dingen die boven zijn. Laat staan dat we die werkelijk zoeken.
Toch is dat wel de wijze raad die de apostel Paulus geeft aan de gemeente van Kolosse. Vergelijk het maar met de Voyager 1. Zoals alle ruimtevoertuigen – wat ook geldt voor de navigatie van je auto of je telefoon – heeft de sonde als uitgangspunt dat de aarde onbewegelijk stilstaat in het middelpunt van het heelal. Zijn antenne moet de sonde daarop gericht houden.
En zoals de Voyager 1 moet zorgen dat zijn antenne op dat ene vaste punt in het heelal gericht blijft, zo vraagt de apostel Paulus dat ook van de gemeente in Kolosse. Hun antenne moet gericht blijven op dat ene vaste punt. Gericht op de dingen die boven zijn. Telkens opnieuw zoekend naar wat boven is, of liever gezegd: naar Wie boven is – de Heere Jezus Christus.
Met het zoeken van de dingen die boven zijn bedoelt de apostel dus vooral dat. Oriënteer je voortdurend op wat boven is. Richt je antenne op Hem Die jouw levende Heiland is. Laat niet de dingen van beneden je leven beheersen, maar de dingen van boven. Je enige houvast in deze verwarrende wereld vind je niet beneden, maar enkel en alleen boven.
Dat mag je nog heel persoonlijk maken. Welke indruk geef ik de mensen om mij heen? Welke indruk geef ik mijn kinderen en kleinkinderen? Dat wij ons geluk toch vooral uit het goede van dit leven moeten halen? Vooral bezig moeten zijn met een geslaagd leven hier? Een glanzende carrière? Of proberen we ze toch iets mee te geven van wat Paulus aanbeveelt?
Laten we iets zien van waar de apostel ons op wijst? Dat wij gestorven zijn en dat ons leven met Christus verborgen is in God? Dat wij werkelijk opnieuw geboren zijn? Een nieuw leven leiden, dat straks in volle glorie zichtbaar zal worden? Een leven waarin we met Christus veilig zijn? Een leven dat geborgd is, gegarandeerd veilig in Gods hand?
Weet je, het zou zo mooi zijn als iets daarvan uitstraalt in ons leven. Hoe ons tijdelijke leven hier metterdaad een voorbereiding is op het leven van straks. Dat we gericht zijn op de levende God en op Zijn wil voor ons leven. Op wat Hij van ons vraagt en op wat Hij ons belooft voor nu en voor straks. Iets ook van Zijn liefdevolle bewogenheid en betrokkenheid.
Zoeken van de dingen die boven zijn betekent immers niet een gebrek aan interesse voor de dingen van nu. Maar het maakt je als het goed is juist meer meelevend. Liefdevol ook en behulpzaam. Dat zoeken geeft je bewogenheid met de mensen om je heen. Met je naaste dichtbij en ver weg. Met je kinderen en kleinkinderen en familie en vrienden en collega’s.
Want dat zoeken van de dingen die boven zijn betekent zo heel veel meer. Het is een zoeken van Christus en Hem Die om Christus’ wil jouw hemelse Vader wil zijn. Het is een bidden om de krachtige werking van de Heilige Geest in jouw leven. Het geeft je een toevlucht voor al jouw zorgen en helpt je relativeren bij alles wat jou overkomt in dit tijdelijke, aardse leven.
De Heilige Geest, van Wie wij de komst met Pinksteren weer gevierd hebben, leert mij meer en meer om mijn houvast bij Christus te zoeken. Om niet alleen door het leven te gaan. Om de machtige Vaderhand van God vol vertrouwen vast te grijpen. Mijn hart gericht op Hem. Pas dan wordt mijn aardse leven werkelijk goed, als ik hier beneden zoek wat boven is.
Aan U behoort, o Heer der heren,
de aarde met haar wel en wee,
de steile bergen, koele meren,
het vaste land, de onzekere zee.
Van U getuigen dag en nacht.
Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.
Gij roept het jonge leven wakker,
een tuin bloeit rond het open graf.
Er ruisen halmen op de akker
waar zich het zaad verloren gaf.
En vele korrels vormen saam
een kostbaar brood in Uwe naam.
Gij hebt de bloemen op de velden
met koninklijke pracht bekleed.
De zorgeloze vogels melden
dat Gij Uw schepping niet vergeet.
‘t Is alles een gelijkenis
van meer dan aards geheimenis.
Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren
om al Uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
omdat de hemel mij begroet.
(Gezang 978)
Ds. J.P. Strietman
Deze meditatie is gepubliceerd in de Tsjerkepraat van juni 2022
Comments are closed.