Op de gemeente avonden in het najaar staan het geestelijke liederen centraal.
U hebt er in de aankondiging al wat over kunnen lezen.
Maar hoe kwamen de liederen tot ons. Een klein overzicht.
Dat er in tempel en synagoge gezongen werd, is wel bekend. Boek der Psalmen in de Bijbel kent 150 psalmen met zijn kenmerkende parallellisme van steeds twee zinsdelen, die op een zogenaamde psalmtoon of psalmodie worden gezongen. Deze manier van zingen komen men ook tegen in de Rooms Katholieke traditie en de Anglicaanse kerk. Twee zanggroepen tegenover elkaar, die om beurten of anders gezegd tegenelkaar, antifonaal zingen. Ook kende men in de psalmen een afwisseling tussen voorzanger en de groep, het responsoriaal zingen zoals in Psalm 136 er een mooi voorbeeld van is. De voorzanger begint en de gemeente antwoordt daarop, geeft respons met ‘ want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid’.
Je zou dit dus een refrein lied kunnen noemen.
Het Nieuwe Testament spreekt in Colossenzen 3:16 van Hymnen en Geestelijke liederen. Hymnen zijn lofliederen en geestelijke liederen zijn liederen ‘door de geest’ ingegeven.
De eerste Christenen waren Joden en het is begrijpelijk dat zij veel van de eredienst van de tempel en synagoge overnamen. Dat konden dus acclamaties ( Halleluja , Amen) of responsies zijn.
In de RK traditie werden aanvankelijk vanaf de Middeleeuwen Latijnse liederen en vaste gezangen als het Kyrie en Gloria in de eredienst (mis) door een koor gezongen. Deze gezangen, het Gregoriaans, zijn vast gelegd in het Graduale Romanum dat me in Latijnse Missen, nog altijd in heel Europa en daarbuiten gebruikt met voor elke zondag het jaar door vaste liederen. Gemeente zang was er eerst vrijwel niet. Hooguit op de kerkelijke hoogtijdagen rond Kerst en Pasen werden enkele liederen en ook hymnen in de volkstaal gezongen. Een paar zijn er in ons liedboek (1973 en 2013) terecht gekomen.
Met de Reformatie komt daar verandering in. Luthers, maar ook Calvijn en Zwinglii brachten de gemeente weer te zingen. Een bijbel tekst in een gedicht, op rijm en met melodie gevangen is immers veel beter te zingen en te onthouden. Calvijn richtte zich met name op de Psalmen en had hij een groep dichters en musici om zich heen om deze te berijmen. In oude psalmboeken kom je namen tegen als Clément Marot, Théodor de Bèze, Louis Bourgois en Maître Pierre. Naast de psalmen waren er , bij ouderen onder ons nog wel bekend, de zgn letter gezangen als de lofzang van Simeon, de Tien Geboden, het Gebed des Heeren. In ons land vertaalde ondermeer Petrus Datheen deze Franse Psalmberijming in 1566. Deze berijming werd tot 1773 gebruikt. Toen kwam er een nieuwe berijming die bij ons tot 1967 is gebruikt. De berijming van ’t Hijgende hert der jacht ontkomen’, wat later ‘Even als een moede hinde’ werd.
In Duitsland kwam na de reformatie ( 1517) een enorme stroom van nieuwe liederen tot stand met die van Luther voorop. Elke kerk of regio had wel een eigen liedbundel, die dan ook regelmatig werd uitgebreid.Tegenwoordig zingt men in de Lutherse Kerk uit het Evangelisch Kirchengesangbuch., deze is vergelijkbaar met ons Liedboek.
In Nederland werden tot 1807 hoofdzakelijk de psalmen gezongen. Eerder waren wel pogingen om ook gezangen te introduceren zoals in 1615 het boekje met 58 gezangen Hymni ofte lofgezangen op de Christelijke Feestdagen. Maar dit initiatief strandde.
In 1807 kwam een bundel Evangelische Gezangen met naast de psalmen vooral veel Duitse liederen en Ned. Gezangen als ’Wij knielen voor uw zetel neer en ‘ Wij loven U o God, belijden U als Heer’. Deze bundel leidde later tot de zgn. gezangenkwestie ook wegens de verplichting om in iedere dienst naast een psalm en gezang te zingen.
In 1866 kwam er hierop een zogenaamde Vervolg bundel met nieuwe liederen als ‘De Heer is mijn Herder” en ‘Wat de toekomst brenge moge’. In 1938 kwam in de Ned. Herv. Kerk een nieuwe liedbundel , Bundel 1938, een bundel met een oecumenisch karakter liederen uit andere Kerkgenootschappen, zoals uit Engeland ( O God die droeg ons voorgeslacht) of Scandinavië ( Meester men zoekt u wijd en zijd).
In de Geref. Kerken zong men noch altijd in het begin van de 20e eeuw de 150 psalmen en de lettergezangen. Deze werden uitgebreid met 59 gezangen, de Enige Gezangen.
In 1962 volgde de uitbreiding tot 119 gezangen .
Met de herleving van de belangstelling voor liturgie en kerkmuziek in vele kerken in Europa komt een nieuwe liederen stroom opgang. In 1962 leidde dit in de Ned. Herv. Kerk tot het rode bundeltje met de 102 gezangen, een proefbundel als opmaat tot het Liedboek voor de kerken dat in 1973 verscheen. Op de cover van de 102 gezangen stond David met de harp, maar zo vrij getekend dat het in de volksmond heette ‘ het boekje met de aap’
In de periode dat het Liedboek voor de Kerken het officiële liedboek voor de kerken was ( 1973-2013) er waren vijf kerkgenootschappen die hierin participeerden, een oecumenisch boek dus, ontstonden natuurlijk steeds nieuwe liederen. Liederen ontstaan vaak als er behoefte aan is of als een predikant geen geschikt lied bij een bijbeltekst weet te vin den en zelf aan het dichten gaat. Een mooi voorbeeld is de bundel Alles wordt nieuw, bijbelliederen voor de jeugd, van Hanna Lam en Wim ter Burg (bv. Nu gaan de bloemen nog dood)
In samenwerking met omroepen IKON en NCRV verschenen bundels als Het Woord gezongen rond bijbelboeken. Tot in 2013 het Liedboek, ‘zingen en bidden in huis en kerk’ verscheen met circa 1500 liederen waarbij uit vele bundels uit binnen – en buitenland werd geput. Omgekeerd vonden ook Nederlandse gezangen een plek in buitenlandse bundels.
Daarnaast zijn er tal van andere bundels om uit te zingen.
In 1905 verscheen de Zangbundel ten dienste van Huisgezin en Samenkomsten van Johannes de Heer met daarin ca. 100 liederen uit de bundel Gezangen Zion en Zangen des Heils van het Leger des Heils. Deze liederen hadden als hoofddoel de evangelisatie.
Het Evangelische Werkverband is niet alleen een beweging die verlangt naar geestelijke vernieuwing voor de traditionele kerken maar ook de vernieuwing van de lofzang. Dit leidde tot de bundel Evangelische Liedbundel met 509 liederen. Daarnaast zijn er de diverse Opwekkings Bundels waarvan met zekere regelmaat een uitbreiding verschijnt en talloze andere niet genoemde bundels waaruit geput kan worden om te zingen
Auke de Boer
Comments are closed.