Verslag Israëlreis – deel 2 Jeruzalem

Verslag Israëlreis – deel 2 Jeruzalem

 

Vanuit Galilea in het noorden van Israël richten we onze blik naar het zuiden. Over de westelijke oever van de Jordaan zullen we naar Jeruzalem reizen. Maar we maken eerst een tussenstop in Bet-San, één van de oude vestingsteden uit vroeger tijd.

Bet-San lag vanouds op een knooppunt van twee belangrijke wegen. Het vormde de verbinding tussen de grote weg langs de Middellandse Zeekust – de Via Maris – en de grote weg door Jordanië – de Koninklijke Hoofdweg.

Al voor de tijd van David en Salomo is het daarom één van de belangrijke vestigsteden in Kanaän. De heuvel met de resten van deze stad is nog niet afgegraven. Wel is inmiddels de stad uit de Romeinse tijd opgegraven.

Bet-San komen we tegen in 1 Samuël 31. Daar lezen we, hoe de Filistijnen het lichaam van koning Saul en de lichamen van zijn zonen aan de stadsmuur ophangen. Tot de mannen van Jabes in Gilead aan deze schande een einde maken.

De mannen van Jabes in Gilead hebben Saul en zijn zonen hoog. Omdat Saul de gezalfde van de Heere is, zoals ook David belijdt (1 Samuël 26: 11). Bovendien zijn ze nog altijd dankbaar dat Saul hen indertijd gered heeft (1 Samuël 11).

De resten van de Romeinse stad vormen een indrukwekkend geheel. Vooral het amfitheater maakt indruk. De goede akoestiek verleidt de groep om hier met het oog op Koningsdag het Friese volkslied aan te heffen en dat klonk prachtig.

Bij een tweede tussenstop bezoeken we de resten van de synagoge van Bet Alfa. Bet Alfa ligt aan de voet van hetzelfde gebergte van Gilboa, waar koning Saul en zijn zonen omgekomen zijn in de strijd tegen de Filistijnen.

De vloer van de synagoge is beroemd om het prachtige mozaïek. Volgens een inscriptie werd het mozaïek gelegd in de tijd van keizer Justinianus (482-565). De namen van de makers – Marianus en zijn zoon Hanina – worden in de inscriptie vermeld.

De mozaïekvloer is in drie delen verdeeld. We zien een afbeelding van de ark, waarin de Torarollen worden bewaard, met links en rechts een zevenarmige menora. En verder een prachtige afbeelding met de Binding van Izak uit Genesis 22: 1-18.

In het centrale deel zijn de twaalf tekens van de dierenriem afgebeeld. Vanouds gezien als een beeld van de verkondiging van Gods Woord, zoals David in Psalm 19: 2 zingt: “De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen.”

Daarna rijden we verder langs de Jordaan tot we bij Jericho de weg naar Jeruzalem inslaan. Om dan vanaf de Olijfberg een eerste blik op de stad te werpen. De Oude Stad ligt ineens voor je met in het midden de plek waar vroeger de tempel stond.
We verlaten de bus bovenop de Olijfberg. Vlakbij de plaats waar de Heiland op de dag van Zijn hemelvaart de aarde verlaten heeft (Lucas 24: 50-51 en Handelingen 1: 4-12). Op de plek zelf is een kerkje gebouwd dat inmiddels een moskee geworden is.

Voor protestantse gelovigen is het beloofde land soms wat teleurstellend. Alle mooie plekjes, waarover je jezelf een voorstelling maakt bij het lezen van het Evangelie, zijn namelijk verdwenen onder de kerken die er overheen zijn gebouwd.

Helena, de moeder van de eerste christelijke keizer, Constantijn de Grote (274-337), is daar al mee begonnen. Ze bouwde een kerk op de plek van het graf en van Golgota. Ook op de Olijfberg liet zij verschillende kerken bouwen.

Gelukkig voor ons is er nog een klein stukje van Getsemane overgebleven. Eeuwenoude olijfbomen helpen je terug te denken aan die ene nacht in deze tuin (Matteüs 26: 36-46, Marcus 14: 32-42, Lucas 22: 39-46 en Johannes 18: 1-11).

Vanaf de Olijfberg rijden we naar de berg Sion. Dit was het enige stukje oud Jeruzalem dat Israël tussen 1948 en 1967 in handen had. Hier bezoeken we in een eeuwenoud gebouw de synagoge met daarin het graf van David (1 Koningen 2: 10).

Erboven bevindt zich op de tweede verdieping een zaal die volgens de overlevering de Bovenzaal is van het Laatste Avondmaal (Lucas 22: 7-13) en die van het wonder van Pinksteren (Handelingen 1: 13 en 2: 1-2).

Voor we verder gaan met het ontdekken van Jeruzalem rijden we de volgende dag met de bus eerst een flink eind de stad uit. Met elkaar maken we vervolgens op mountainbikes een fantastische fietstocht door de heuvels en bossen van Judea.

We fietsen hier langs de Elahvallei – meestal vertaald als Eikendal – de plek waar David Goliath verslaat (1 Samuël 17). Hij doet dat met het geloof, waarvan hij in Psalm 27: 1 zingt: “De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen?”

Ds. J.P. Strietman

Share Button

Comments are closed.

Please enter Google Username or ID to start!
Example: clip360net or 116819034451508671546
Title
Caption
File name
Size
Alignment
Link to
  Open new windows
  Rel nofollow