Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid.
Openbaring 22: 5
Op zondag 28 november vieren we de eerste zondag van de Advent. Bij Advent verwachten we de komst van de Here Jezus als voorbereiding op het kerstfeest, maar we kunnen er ook een andere betekenis aangeven. De Here Jezus komt nog eens terug en ook dat mogen we verwachten en daarnaar verlangen.
De evangelist Johannes begint zijn evangelie met:
“In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen” (Johannes 1: 4)
Later legt hij de woorden van de Here Jezus vast:
“Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen, opdat iedereen die in Mij gelooft niet langer in de duisternis blijft” (Johannes 12: 46)
Wat hier bedoeld wordt is dat ons huidige leven wordt beheerst en bepaald door het kwaad wat in de wereld leeft. Johannes noemt het duisternis. Het is nogal een wanhopig bestaan zonder enig perspectief. Maar dan komt de Here Jezus naar deze wereld toe als redder van de mensheid en als brenger van vrede. Wat Jezus en Johannes licht noemen. We lezen verder dat Jezus het kwaad overmeestert en daarmee blijft het licht nu schijnen. En is er hoop op een lichtvolle toekomst.
Toch lijkt ons bestaan vooral beheerst te worden door ervaringen, gevoelens en sombere toekomstbeelden. Kortom dat alles wat de Bijbel hier duisternis noemt. Maar we mogen ons leven ook in een ander perspectief plaatsen, namelijk dat van redding, bevrijding en beloften. Dan staat ons leven en het lot van de aarde in een ander licht. Daarvoor is wel geloof, vertrouwen en hoop nodig. We aanvaarden Jezus als het licht en we laten ons leven verlichten.
Diezelfde Johannes mag een kijkje nemen in de toekomst van de tijd. En opnieuw ziet hij Het Licht een belangrijke rol spelen. Er komt een goede tijd en een nieuwe aarde waarin Jezus regeert als koning en waar God zelf Het Licht zal zijn. En hier staat licht voor leven. We moeten hiervoor even terug naar het scheppingsverhaal in Genesis 1 vers 14. We lezen daar dat God zelf Het Licht was die het leven voortbracht, pas op de derde dag schiep God de zon, de maan en de sterren. Daarmee maakt de Bijbel duidelijk dat ons leven niet afhangt van de natuur, het klimaat of de toestand in de wereld, maar het is God zelf die de bron is van alle leven. En Johannes mag zien dat die toestand terugkeert als de Here Jezus terugkomt naar deze aarde. Van duisternis is dan geen sprake meer.
Dit jaar geeft de Protestantse Kerk een adventskalender uit met lezingen uit het boek Openbaring. Advent en kerstfeest gaan dus niet alleen over een verhaal dat 2000 jaar geleden gebeurde, maar is tevens een verhaal dat nog steeds actueel is en verwijst naar de toekomst. De kalender is in die zin actueel omdat er op dit moment veel discussie is over de eindtijd en de wederkomst van Jezus. Veel mensen zien de huidige actuele situatie met allerlei crises (klimaat, corona, geld, schulden, arm/rijk etc.) als tekenen van een naderende eindtijd.
Hoe we daar ook over denken. Maar de eindtijd betekent een einde aan de duisternis en het begin van het licht. Er is oordeel en er gaat veel ellende aan vooraf, maar uiteindelijk brengt het de gelovigen absolute vrede in een harmonieuze wereld. En dat geldt niet alleen voor mensen, maar voor de gehele schepping. In die zin is het iets om naar te verlangen.
In de afbeelding die voorop de kalender staat (afbeelding bij deze meditatie) zien we twee Griekse letters, de Alfa en de Omega, die voor begin en einde staan. Wat er tussenin zit is de weg die de mensheid gaat, onze wereldgeschiedenis, maar ook ons leven. Dat alles afgebeeld tegen een donkere achtergrond. De duisternis van ons bestaan. En dan nog die lichtgevende ster, die verwijst naar onze Here Jezus Christus. Die ons leven in een ander licht plaatst. Ik sluit af met een paar coupletten uit Lied 737 van ons liedboek:
Jeruzalem, mijn vaderstad,
mijn moederhuis, wanneer
zal ik u zien zoals ge zijt,
de bruid van onze Heer?
Daar is geen zon, daar is geen maan,
geen mist, geen duisternis,
maar ’t licht komt van de troon vandaan
waar de Messias is.
De heiligen staan in het licht
en kijken honderd uit
van aangezicht tot aangezicht
met God en met zijn bruid
Jeruzalem, mijn vaderhuis,
mijn moederstad, wanneer
zal ik u zien? Wij zijn op reis
naar u en naar de Heer!
Pieter Knijff
Deze meditatie is gepubliceerd in de Tsjerkepraat van november 2021
Wil je in gesprek over belijdenis doen neem dan contact op met onze pastoraal werker of predikant.
Comments are closed.