“Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.”
Johannes 20:23
Dit jaar las ik de Paasboodschap uit het evangelie van Johannes. Dat eindigt in hoofdstuk 20 op een nogal vreemde wijze en heel kortaf. (Hoofstuk 21 is een naschrift en waarschijnlijk later geschreven). Waarom Johannes zo snel eindigt is moeilijk te verklaren: papyrus, inkt op of had hij geen tijd meer?
In het slot van dit evangelie haalt Johannes de bovenstaande tekst aan. Het zou voor ons een reden kunnen zijn om ons te verbinden aan een christelijke gemeente. Het gaat namelijk over schuld en vergeven.
Dat vergeven van zonden is een belangrijke zaak. Zelfs een blad als Happinez, dat je inspireert om bewust te leven en het geluk te zoeken, besteedt daar veel aandacht aan. Zonden en schuldgevoelens staan ons geluk namelijk in de weg. We lopen ermee om en kunnen er geen kant mee op. Sommigen veronderstellen dat we onszelf kunnen vergeven, maar vaak leidt dat tot eenzaamheid en wanhoop. Vergeving krijgt pas echt betekenis als een ander ons vergeeft, pas dan voelen we ons echt vrij. Andersom trouwens ook, als wij die ander vergeven, kunnen we verder zonder gevoelens van vergelding en boosheid. Bij Happinez komen ze trouwens best ver met dat proces van vergeving, ze bespreken een viertal punten:
1. Benoem wat je verkeerd hebt gedaan of wat jou in de weg staat.
2. Benoem de gevoelens die je daarbij hebt: schuld, spijt, angst, boosheid of wraakgevoelens.
3. Probeer te begrijpen waarom het is gebeurd.
4. Hoe kan ik dit doorbreken? Wat kan ik ervan leren?
Wat ik wat minder goed vind is dat ze de oplossing zoeken bij hun zelf. In de Bijbel schrijven ze daar anders over. De vergeving moeten we zoeken bij de ander, de naaste en bij God. Johannes ziet een belangrijk rol weggelegd voor de gemeente van Christus, zij is plaatsbekleder van Jezus, zolang die nog in de Hemel is. In de kerk mag het verlossende woord van genade klinken.
De Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer ziet in deze tekst een oproep tot de biecht. Bij de biecht vertelt de gelovige zijn zonden aan een andere gelovige. Door zonden en schuld te delen met de ander, maak je het bespreekbaar en kan er verzoening plaats vinden. Namens de christelijke gemeenschap mag om vergeving gevraagd worden. Doel van de biecht is dat mensen bevrijd verder kunnen.
In zijn boek “Leven met elkander” benoemt Bonhoeffer een aantal aspecten die met de biecht en dus met vergeving te maken hebben. Ik citeer een paar zinnen:
“Wie met het kwaad alleen blijft, blijft helemaal alleen. De zonde wil met de mens alleen zijn en hoe eenzamer de mens wordt, des te verwoestender wordt de macht van de zonde over hem en naarmate de binding met de zonde weer sterker wordt, des te wanhopiger de eenzaamheid”
Bonhoeffer beschrijft wat zonde en schuld met ons doen. Wie hiervan niet wil weten en aan vergeving niet denkt draagt het volle gewicht van de last van de zonde met zich mee. We kunnen denken aan persoonlijke tekortkomingen, maar ook aan zaken die een collectieve schuld met zich meebrengen: de ontwrichting van de schepping, de ongelijkheid tussen arm en rijk of wat er gebeurd is in het verleden.
Bonhoeffer gaat verder;
“Biecht daarentegen is verootmoedigen, ze doet pijn, maakt nederig en slaat de hoogmoed gevoelig neer. Het is een bijna niet te dragen smaad om voor de broeder te staan als zondaar. Niemand anders echter dan Jezus droeg de smadelijke dood in alle openbaarheid”
Voor Bonhoeffer bestaat het proces van vergeven uit het erkennen van schuld, het uitspreken daarvan tegenover de ander en het proces van vergeven. Hij ziet daarbij de kerk als het levende lichaam van Christus in deze wereld. Dat vergeven geen eenvoudige zaak is, geeft hij uiterlijk toe, maar schrijft hij, neem hierin ook een voorbeeld aan Jezus. Die de smaad van het kruis niet voorbij liet gaan.
“Waar de zonde gehaat, beleden en vergeven is, daar is de breuk met het verleden voltrokken. Het oude is voorbijgegaan. De waarheid van het evangelie bestaat uit de nood van de zondaar en de barmhartigheid van God”
Bonhoeffer wijst hier op het bevrijdende karakter van vergeven. Je mag verder als vrij mens. Voor jezelf, voor de gemeente en voor God. In Bijbelse taal is vergeving letterlijk loslaten en er niet meer op terug komen. Vrij betekent voor Bonhoeffer dan ook vrije toegang tot de hemel.
Het lijkt dat Johannes deze zin er zomaar even tussendoor schrijft. Voordat we het weten lezen we eroverheen. Maar hier raakt hij wel de kern van het evangelie en benoemt de hoofdtaak van de kerk. Waarom Pasen een geweldig feest is? Omdat ik vrij mag komen van mijn zonden en mijn schuld.
En wie wil dat niet?
Pieter Knijff
Deze meditatie is gepubliceerd in de Tsjerkepraat van mei 2019
Comments are closed.