We hebben nu een hogepriester die dienst doet in het huis van God; laten we God dan naderen met een oprecht hart en een vast geloof, nu ons hart gereinigd is, wij van een slecht geweten bevrijd zijn en ons lichaam met zuiver water is gewassen.
Hebreeën 10: 22
Voordat we in onze kerk het paasfeest gaan vieren, vieren we eerst de veertigdagentijd. Maar wat vieren we dan eigenlijk? Verschillende preekroosters, kalenders en ideeën over onthouding (vasten) moeten ons daarbij helpen. In ieder geval is er één aspect dat we volgens mij niet uit het oog moeten verliezen en dat is verzoening. Want wat er op Golgotha gebeurde was een daad van verzoening. En dat heeft alles met onszelf te maken.
Het woord verzoenen hoort bij iedere relatie. Zonder verzoening gaat een relatie kapot. Of dat nu je huwelijk is, of de relatie tussen ouders en kinderen of een innige vriendschap, zonder verzoening raak je in een relatie de vrijheid en ongedwongenheid kwijt. Verzoening bestaat uit fouten erkennen, uitspreken en vragen om vergeving. In de Bijbel gaat het nog een stap verder: Het is je zonden belijden, het is vragen om vergeving, het is stoppen met je zonden en het is ook anderen hun zonden vergeven. Juist in de veertigdagentijd ligt daar voor ons een uitdaging. Het gaat om onze relatie met God en de medemens.
Deze keer heb ik gekozen voor een tekst uit de brief aan de Hebreeën en dat heb ik gedaan omdat juist in die brief de overstap wordt gemaakt tussen de offerdienst zoals we die in het oude testament leren en het christendom van het nieuwe testament. In het oude testament is verzoening met God mogelijk door de offers. Ik vraag voor twee aspecten even de aandacht:
1. Bij de verzoeningsoffers moesten altijd onschuldige dieren worden geofferd. Daarbij was het heel belangrijk dat degene die wilde offeren het dier aanraakte. Zo gingen de zonden over op het dier. Het dier was in dit geval plaats vervangend. Aanraken betekent hier ‘nabij zijn’, ‘aanwezig zijn’. Je moest één worden met het dier.
2. Het tweede aspect is dat er onschuldig bloed moest vloeien. Bloed staat hier voor levenskracht en dat moest geofferd worden om degene die het offer bracht weer vrij van zonden te krijgen.
De schrijver van de Hebreeën vraagt ons om rekening te houden met deze beide aspecten. We moeten nabijkomen en Jezus heeft Zijn leven geofferd voor onze zonden. Zo konden wij, en kunnen wij ons nog steeds, verzoenen met God. Geloven is immers een levende relatie met God hebben, waar verzoening deel van uitmaakt. Juist in de voorbereiding naar Goede Vrijdag en Pasen vraagt dit aspect onze aandacht.
De Schrijver nodigt ons uit om tot God te naderen. Hij doet dat zonder enige angst of schroom, omdat hij weet wat ons te wachten staat. We hoeven niet bang te zijn. God zal ons niet straffen. We kunnen vrijmoedig gaan omdat Jezus Zijn werk voltooid heeft. Jezus zelf was het offer en Hij is onze priester. Wel vraagt het van ons een passende levenshouding en volgens de schrijver zijn daar vier voorwaarden aan verbonden:
1. Met een oprecht hart. Het gaat om ons innerlijk, onze echte verlangens en gevoelens.
2. Met een vast geloof. Met het vertrouwen op een goede afloop.
3. Van een slecht geweten bevrijd. Ons geweten is het besef van goed en kwaad. We kunnen ons heel erg schuldig voelen bijvoorbeeld over de klimaatcrisis, kapotte relaties of over onze eigen gebreken. Maar hoe erg het ook is, er is ruimte om dat uit te spreken.
4. En ons lichaam gewassen. Het is ons voorbereidend werk om tot God te gaan. We komen niet onverschillig, onverzorgd en we zijn zelf ook bereid om te vergeven.
Daar laat de schrijver het echter niet bij zitten, in de verdere verzen roept hij ons op om de hoop vast te houden, elkaar te bemoedigen in liefde en goede werken en hij roept ons op om deel te nemen aan de eredienst. Omdat juist de gemeenschap de plaats is om verzoening te bewerken. Dat kun je niet in je eentje.
De veertigdagentijd is een tijd van bezinning, verootmoediging en inkeer. Een tijd om ons voor te bereiden en ons af te vragen wat het met ons doet. Het helpt ons om onze relatie met God en elkaar te versterken. Juist in het offer van Jezus reikt God ons de hand, wil Hij zich met ons verzoenen. Dat laat ons niet koud. Christian Renatus von Zinzendorf (Duitse predikant in de hernhuttersgemeente 1727-1752) dichtte het met de volgende gevoelige woorden:
O dat uw lijden voor mijn zonden,
mij diep in ’t hart geschreven stond,
dan bleef ik steeds met U verbonden
en deed alom uw liefde kond!
Gij kent mijn armoe en gebreken,
uw oog ziet al wat mij ontbreekt,
toch wilt Gij van geen schuld meer spreken,
maar schenkt gena, waar ’t hart om smeekt.
Pieter Knijff
Deze meditatie is gepubliceerd in de Tsjerkepraat van februari 2020
Comments are closed.