Jezus antwoordde en zei tegen hen: Breek deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem laten herrijzen. De Joden zeiden dan: Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd, en U zult hem in drie dagen laten herrijzen? Maar Hij sprak over de tempel van Zijn lichaam. Toen Hij dan uit de doden was opgewekt, herinnerden Zijn discipelen zich dat Hij dit tegen hen gezegd had en geloofden zij de Schrift en het woord dat Jezus gesproken had.
Johannes 2: 19-22
De twee zuilen Jachin en Boaz zijn lang geleden verdwenen. De bronzen zee van Salomo is er ook niet meer. Maar er is wel weer een prachtige tempel in Jeruzalem. De tempel van Herodes. Die overal bewondering afdwingt.
Zesenveertig jaar lang is er aan gewerkt. Steen voor steen is de oude tempel afgebroken. Steen voor steen ook weer opgebouwd. Met mooie, nieuwe, kostbare stenen. Door heel het Romeinse Rijk geroemd als wereldwonder.
De verbijstering van de mensen is daarom wel begrijpelijk. Als de Heiland spreekt over het afbreken van de tempel. Wie zou dat nu willen? En dan zeker in drie dagen weer opbouwen? De discipelen begrijpen er evenmin iets van.
Daar is de apostel Johannes eerlijk in. Pas op de Paasmorgen breekt het licht door. Als ze de Heiland in levende lijve terugzien. Dan denken ze terug aan die woorden van lang geleden over het afbreken en weer opbouwen van de tempel.
De Heiland sprak over de tempel van Zijn lichaam. Dat afgebroken werd. Ontluisterd aan een kruis gehangen. Overgegeven in de dood. Tenslotte afgenomen van het kruis en in doeken gewikkeld in een graf gelegd.
Maar het is Pasen geworden. De levende Heiland verschijnt in hun midden. Zijn lichaam in drie dagen laten herrijzen. Precies zoals Hij gezegd had. Dwars door de dood heen. Vernieuwd. Mooier nog dan vroeger. Kostbaar.
De Heiland sprak over de tempel van Zijn lichaam. Dat is voor wie geloven mag van bijzondere betekenis. Een bemoediging voor elk kind van God. Dat je dus zo de dingen mag zien. Je lichaam een tempel – woonplek van God.
Ons lichaam dat ons soms zo in de weg kan zitten. Dat je dat dus als iets heel kostbaars mag zien. Zo, zoals je door God geweven bent. Vanaf het prille begin van je bestaan waardevol. Zo waardevol dat de Heilige Geest er wonen wil.
Wat een genade als je dat mag geloven. Zo jezelf en de mensen om je heen mag zien. Weet hebben van Gods liefdevolle nabijheid. Van Zijn vergevingsgezindheid. Van het wonder van de Heere Jezus als jouw levende Heiland.
En dan meteen ook je laten verrassen door de hoop. De hoopvolle zekerheid van het leven dat dwars door de dood heenbreekt. Dat het mij mag gaan, zoals het met Christus is gegaan. Die belofte vol hoop.
Dat je weten mag dat de dood niet het einde is. Maar dat de dood een nieuw begin mag zijn. Dat de Heiland mij vasthoudt in leven en sterven. Dat ik straks door de dood heen het eeuwige leven mag binnengaan. Bij Christus mag zijn.
De tempel van mijn lichaam wordt eenmaal afgebroken. Ook daarin volgen kinderen van God hun Heiland na. Maar er is die geweldige belofte van Pasen. Dat Christus ook mijn lichaam eenmaal zal laten herrijzen uit de dood.
Onvoorstelbaar wonderlijk allemaal. Maar je mag het gelovig vasthouden. Je leven lang. Door de krachtige werking van de Heilige Geest. Hij vormt de levende verbinding tussen mij en mijn opgestane Heiland Jezus Christus.
Sjong op, sjong op foar Jezus,
de Kening fan ‘e wrâld.
Hy die de dea teneate,
die dat ta ús behâld.
It grêf koe Him net hâlde,
Hy waard de dea oermânsk.
Lei ‘t deadskleed ôf en wynsels,
gie út yn ljochte glâns.
Wês bliid, wês bliid te moede,
God hat oan ‘t minskdom tocht.
Troch ‘t nearste tsjuster hinne
kaam Jezus wer yn ‘t ljocht.
En yn dat ljocht te libjen
mei elk dy ‘t yn Him leaut.
Hy sil foar harren soargje,
Syn keninkryk dat bliuwt.
En ienkear komt de moarntiid,
dan riist de grutte dei.
As Hy komt op de wolken,
wurde-alle skaden wei.
Bazunen sille klinke,
wat dea wie riist oerein.
It âlde is foarby gien
en ‘t nije nimt gjin ein.
Ds. J.P. Strietman
Deze meditatie is gepubliceerd in de Tsjerkepraat van maart 2018
Comments are closed.