Meditatie | Joëls Pinksterprofetie

Meditatie | Joëls Pinksterprofetie

Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien. Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten. Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende. Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen, behouden zal worden.

Joël 2: 28-31 (= Joël 3: 1-4 NBV)

We hebben Pinksteren gevierd. Het feest van de komst van de Geest. Maar de Heilige Geest was er toch al, vroeg iemand mij eens. Dat zingen we toch in het Klein Gloria:

als in den beginne
nu en immer
en van eeuwigheid
tot eeuwigheid

Jazeker. Dat is waar. De Vader, de Zoon en de Heilige Geest zijn er altijd al – van eeuwigheid tot eeuwigheid. Dus ook de Heilige Geest is er altijd al geweest.

Maar hoe zit het dan met Pinksteren, dat we pas gevierd hebben? Als de Heilige Geest er immers altijd al was… Bij gelovigen als Abraham, Izak en Jakob. Bij Mozes en al de profeten…

Met Pinksteren geeft Jezus, als de beloofde Messias, de Heilige Geest als Zijn plaatsvervanger. Hij geeft de Heilige Geest aan Zijn volk Israël. En daarmee ook aan Zijn gemeente.

Het verschil, het nieuwe, is dat de Heilige Geest nu de taak van Jezus overneemt op aarde. Met het oog op wat komt. De profetieën die nog in vervulling moeten gaan.

Denk aan de vraag in Handelingen 1: 6 over het herstel van het Koninkrijk voor Israël. Jezus zit immers nog niet op de troon van David, zoals Gabriël beloofde (Lucas 1: 33).

Eeuwen voor de geboorte van Jezus profeteerde Joël daar al van. Gedreven door de Heilige Geest sprak hij over de toekomst van Israël. Over de grote Dag van de Heere.

In Handelingen 2: 17-21 haalt de apostel Petrus die woorden van Joël aan. Compleet – inclusief de wondertekenen aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen.

En wees maar eerlijk: de komst van de Heilige Geest als Plaatsvervanger van Jezus is spectaculair: stormachtig. Maar we zien nog niet de tekenen die Joël noemt.

Toch mag Petrus zeggen: dat van straks begint nu al. De komst van de Geest is het begin van het einde. Het aftellen naar het einde, naar de Wederkomst van Jezus, is begonnen.

God ziet met ontferming bewogen in en door Christus om naar Zijn volk Israël. En daarmee ook naar een wereld verloren in schuld. Het Evangelie klinkt bij monde van de apostelen.

Inmiddels is het einde vele eeuwen dichterbijgekomen, dan toen. De dingen worden klaargemaakt voor straks. Israël woont weer in het beloofde land – met Jeruzalem als hoofdstad.

De Heere brengt alles in gereedheid voor straks. Voor het moment, waarop moeder Maria zo lang heeft gewacht: dat haar Jezus plaatsneemt op de troon van David.

Dat zal wat zijn. Zeker als je denkt aan wat Joël profeteert. Bloed en vuur en rookzuilen. De zon veranderd in duisternis en de maan in bloed. Dat kan je zelfs beangstigen.

Niet voor niets heeft Michelangelo (1475-1564) de profeet Joël zo afgebeeld op een fresco in de Sixtijnse kapel in Rome: verdiept in zijn profetie – met angst voor wat komen gaat.

En toch. Het Evangelie klinkt. En de Geest laat het weerklank vinden in de harten van mensen. Ze vinden Jezus Christus. Ze ontvangen Hem als hun Redder en Zaligmaker.

Door de krachtige werking van de Heilige Geest ben je bij Hem veilig. Dat is wat Joël profeteert en wat Pinksteren betekent. Dat is wat we zien in de wereld om ons heen.

Joëls Pinksterprofetie gaat in vervulling: ‘En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden (Handelingen 2: 21).’

Heilige Geest, Gij hemelhoge,
die ons het licht geeft in de ogen,
de warmte in de stem, de vreugde
in ‘t hart van de verheugde,
raak ook nu onze lippen aan,
geef ook nu tongen te verstaan,
wij talen naar Uw woord, Uw zin,
o Geest, woon bij ons in

Heilige Geest, Gij Eensgezinde,
wij tasten allen in den blinde,
sinds Babel gaan wij eigen wegen
o Tolk, kom Gij ons tegen.
Wees de Gids naar de ene Stad,
wijs de Weg, wijs het steile pad,
wees hartveroverend en spoor
ons aan en ga ons voor.

Heilige geest, Gij Kroongetuige,
zie ons voor Koning Jezus buigen,
en nederig om gratie smeken,
en wachten op Uw teken.
Steek ons aan door Uw felle vlam,
stuw ons voort door de wind die kwam;
leid ieder volk met vaste hand
naar het beloofde land.

(Lied van Jaap Zijlstra – te vinden in de bundel Weerklank als Lied 196 en te zingen op de melodie van Psalm 149)

Ds. J.P. Strietman

Deze meditatie is gepubliceerd in de Tsjerkepraat van juni 2019

Share Button

Comments are closed.

Please enter Google Username or ID to start!
Example: clip360net or 116819034451508671546
Title
Caption
File name
Size
Alignment
Link to
  Open new windows
  Rel nofollow