Meditatie | Vrouwen rondom Jezus

Meditatie | Vrouwen rondom Jezus

En de twaalf waren bij Hem, en sommige vrouwen die van boze geesten en ziekten genezen waren, namelijk Maria, die Magdalena genoemd werd, van wie zeven demonen uitgegaan waren, en Johanna, de vrouw van Chusas, de rentmeester van Herodes, en Susanna en vele anderen, die Hem dienden uit hun eigen bezittingen.

Lucas 8: 1-3

 

Vrouwen rondom Jezus. Ze zijn er. Lucas noemt er drie bij name. Maria uit Magdala. Johanna de vrouw van Chusas. En Susanna. Van Maria uit Magdala horen we vaker. Van Susanna alleen deze keer. En van Johanna straks nog een keer. Op de Paasmorgen. Als getuige van het lege graf.

Ik moest aan die Johanna, de vrouw van Chusas, denken. Bezig met de preek over het tweede wonderteken in Kana. Veel commentaren wijzen bij de koninklijke hoveling uit die geschiedenis naar haar man. Dan zou haar zoon door Jezus genezen zijn en zou zij zo tot geloof gekomen zijn.

Zou zomaar kunnen natuurlijk. De vrouwen die Lucas noemt, waren tamelijk bemiddeld. Rijke dames. Met voldoende middelen om Jezus en Zijn twaalf leerlingen te voeden en te kleden. Ze dienen de Heere Jezus uit hun eigen bezittingen. Daar is onze vaste vrijwillige bijdrage nog niets bij.

Zuinig waren ze zeker niet. De Heiland loopt er dankzij hen goedgekleed bij. Aan Zijn rijke kleding kon je Hem direct als rabbi herkennen. En dat doen de mensen dan ook. Je mag daarom aannemen dat ook de leerlingen er beslist niet een beetje armoedig bij zullen hebben gelopen.

En je denkt als vanzelf aan het kruis. Bij de kruisiging concentreert de aandacht zich ook even op de kleding van Jezus. We lezen in Johannes 19: 23-24 over het uit één stuk geweven – en dus kostbare! – onderkleed van de Heere Jezus. Dat delen de soldaten niet in vieren, maar ze dobbelen erom.

Te duur om in stukken te scheuren. Dan maar het lot werpen. Precies, zoals het in Psalm 22: 19-20 wordt geprofeteerd door David. Ze verdelen de kleding van de Messias onder elkaar en werpen het lot om het gewaad van de Gezalfde. Die in Zijn onschuld een lijdende Knecht geworden is.

Hem dienen die vrouwen. Ze worden met ere genoemd. Ze stellen zichzelf in dienst van Hem. Met heel hun hebben houwen. Omdat ze de dingen van Hem alleen verwachten. Die de hemelse heerlijkheid achter Zich liet. Om arm te worden. Mens te worden. Dankbaar voor hun zorg en hun dienen.

En ze dienen Hem, omdat ze Hem nodig hebben leren krijgen. Als Heiland, Heelmaker, Zaligmaker. Ze kunnen niet zonder Hem. Ze volgen Hem op Zijn weg naar het kruis. Ze zijn getuige van Zijn verzoenend lijden en sterven. Ze zijn ook de eerste getuigen van het wonder van Zijn opstanding.

Dat is belangrijk. Ook en juist bij het dienen van de Heiland. En bij het dienstbaar zijn in het midden van Zijn gemeente. Dat je steeds weer even stilstaat. Bij waar het allemaal om draait. Om Hem zonder wie je hopeloos verloren bent. Om Hem die jou het leven geeft – voor nu en voor straks.

Zoals ik ben, kom ik nabij
met niets in handen dan dat Gij
mij riep en Zelf U gaf voor mij –
o Lam van God, ik kom.

(Gezang 377)

Ds. J.P. Strietman

Deze meditatie is gepubliceerd in de Tsjerkepraat van februari 2017

Share Button

Comments are closed.

Please enter Google Username or ID to start!
Example: clip360net or 116819034451508671546
Title
Caption
File name
Size
Alignment
Link to
  Open new windows
  Rel nofollow