Meditatie| Rouwrituelen

Meditatie| Rouwrituelen

“Wanneer je een dode te betreuren hebt, scheer dan het haar aan je slapen niet weg en knip geen stukken uit je baard, kerf geen tekens in je lichaam en breng geen tatoeages aan. Ik ben de HEER.”
Leviticus 19: 27 en 28

De tekst die hier staat maakt deel uit van een hoofdstuk dat begint met de woorden “Wees heilig, want ik de Heer jullie God ben heilig”. Heilig betekent hier apart gezet. De God van de Bijbel is een levende, liefdevolle en scheppende God en kan daarom niet vergeleken worden met andere goden. En zo wil Hij ook dat de gelovigen heiligen zijn, in de eerste plaats Israël en later de gemeente van Christus (1 Petrus 2: 9).
Bovenstaande tekst maakt duidelijk dat de Israëlieten het anders moeten doen dan hun buurvolken gewoon waren te doen. De Kanaänieten hadden hun eigen rouwrituelen:

  1. Mannen gingen hun gezicht veranderen om daarmee aan te tonen dat ze zich vernederden en zichzelf bestraften. Ze zagen de dood als een straf.
  2. Ze kerfden tekens in hun lichaam om daarmee bloed te tonen. Bloed stond in de oudheid als het teken voor leven. Dat leven wensten ze de dode of diens geest toe.
  3. Ze brachten tatoeages aan met afbeeldingen van de afgoden of symbolen die daarnaar verwezen om vooral hier de afgoden gunstig mee te stemmen en duidelijk te maken dat zij zich wijden aan die afgod.

Alle drie uiterlijkheden toonden aan dat men bang was voor de dood. Dood was de straf van de goden en de dood was definitief. Overledenen zag je nooit meer terug.

In de Bijbel ligt dat anders. God blijft bij je, ook na de dood. De dichter van Psalm 139 schreef: “Klom ik op naar de hemel- U tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk- U bent daar”. Toch wordt er in de eerste boeken van de Bijbel nog niet gesproken over de hemel. Dat komt pas als de profeten een kijkje mogen nemen in de toekomst van God. Daniel, Jesaja en Ezechiël profeteren van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Jezus sluit daarop aan en gaat zelf als eerste voor door op te staan uit de doden. De Israëlieten hadden dus andere rouwrituelen. Ik benoem er een paar:

  1. Zichtbaar huilen en weeklagen. Soms met hulp van klaagvrouwen en met het bespelen van de fluit. In de eerste plaats om duidelijk te maken dat er een dierbare was overleden, om duidelijk te maken dat men verdrietig was en ook om de emoties te kunnen laten gaan. Niet in jezelf opkroppen maar tonen.
  2. Het dragen van ongemakkelijke kleding. Meestal gemaakt van geitenhaar of jute. Ook hiermee toonde men aan dat men in rouw gedompeld was en dat de verlieservaring het begin was van een onwennige periode.
  3. Men scheurde de kleding en strooide as op het hoofd om aan te tonen hoe verdrietig men was. Dit gebeurde vooral in het begin van de rouwperiode.
  4. Men hield een rouwperiode aan, meestal 7 dagen- ging het om belangrijke personen dan langer- en in die rouwperiode werd er gevast. Al was het vaak wel gebruikelijk om na de begrafenis een maaltijd te houden.
  5. In Israël werd begraven of bijgezet in de rotsen, dit gebeurde meestal binnen één dag, behalve op de sabbat, dan niet. Dit begraven had vooral de betekenis om zich weer bij de familie (voorvaderen) te voegen en na de profeten kreeg het de betekenis van het wachten op de wederkomst van de Messias.

Het is nog niet zolang geleden dat wij hier in Friesland zo ook onze vaste rouwrituelen hadden, ik denk dan aan de drie ronden om de kerk met klokgelui vooraf aan het begraven, de klokken stilzetten zolang er een overledene in huis was en het dragen van zwarte rouwkleding. Vaste gebruiken die hoorden bij het plechtig afscheid nemen.

Nu zoeken we naar onze eigen rituelen. In een volgend artikel kunt u daar iets over lezen. Maar wat blijft is die oproep van God, onderscheid je van de wereld. Joden en christenen staat er anders in. Voor hen is begraven altijd toekomst gericht. Paulus spreekt in 1 Korintiërs 15 over zaaien, net als graankorrels, worden onze lichamen aan de aarde toevertrouwd, om tot bestemming te komen bij de terugkomst van de Here Jezus. Paulus schrijft: “Een aards lichaam wordt gezaaid, maar een geestelijk lichaam wordt opgewekt” (1 Korintiërs 15: 44). Dat bepaalt hoe wij afscheid nemen van onze dierbaren.

Pieter Knijff

Deze meditatie is gepubliceerd in de Tsjerkepraat van oktober 2021

Wil je in gesprek over belijdenis doen neem dan contact op met onze pastoraal werker of predikant.

Share Button

Comments are closed.

Please enter Google Username or ID to start!
Example: clip360net or 116819034451508671546
Title
Caption
File name
Size
Alignment
Link to
  Open new windows
  Rel nofollow