Meditatie | Tohoe wabohoe

Meditatie | Tohoe wabohoe

De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water.

Genesis 1: 2

Van het één kwam het ander. Ik was begonnen aan het pas verschenen boek ‘Vrij en verbonden. Memoires van Jan Veenhof’. En dat riep meteen herinneringen op aan mijn studietijd. Bij hem volgde ik namelijk de colleges dogmatiek.

In het voorwoord werd aangehaald hoe hij je altijd vriendelijk groette met zijn bekende ‘Hallo, dag, hoi, hé!’. Dat deed hij ook altijd als ik zijn kamer binnenkwam om het zoveelste hoofdstuk van mijn doctoraalscriptie te bespreken. Zo’n hoofdstuk van mij moest hij dan vaak onder de stapels boeken en papieren op zijn bureau vandaan halen. Iemand omschreef zijn overvolle bureau indertijd als ‘tohoe wabohoe’. En dat deed mij weer denken aan Frans Breukelman.

De hervormde Frans Breukelman (1916-1993) was evenals Jan Veenhof een vriendelijk mens. Maar toen hij met verheffing van stem die woorden ‘tohoe wabohoe’ door onze collegezaal liet schallen, schrok ik toch wel even, weet ik nog.

Nu is dat ‘tohoe wabohoe’ niks om van te schrikken. Het klinkt als koeterwaals, maar het is Hebreeuws. Het zijn onder theologen bekende woorden. Afkomstig uit het tweede vers van Genesis 1 over het prille begin van de aarde. In het begin was de aarde ‘tohoe wabohoe’ lees je daar. ‘Woest en ledig’ staat er in de vorige Bijbelvertaling. ‘Woest en doods’ zegt de Nieuwe Bijbelvertaling. ‘Leeg en verlaten’ de Bijbel in Gewone Taal. ‘Leech en sûnder foarm’ de Friese Bijbel.

De Friese vertaling geeft het Hebreeuws hier heel mooi weer, vind ik. De aarde is nog onbewoond. Leeg als een onbeschreven blad papier. Nog ongeordend. Zonder vorm. De Naardense Bijbelvertaling gebruikt daarom ‘vormloos’. Zo blijf je ver bij de chaos vandaan. En dat lijkt mij winst. Wie een beetje nadenkt begrijpt wel dat God geen chaos schept. Daarom lijkt het mij beter om ook dat woordje woest te vermijden. Want dat suggereert toch weer chaos en verwarring.

Is dat nu allemaal zo belangrijk? Ik meen van wel. Want God is geen God van wanorde, maar van vrede, om met Paulus te spreken (1 Korinthe 14: 33). God is de God van vrede, van sjaloom, van heelheid, van levend maken. Dat laatste lijkt mij nu werkelijk iets om vast te houden. Voor jezelf en je eigen leven, maar ook in het midden van de gemeente. Geen chaos of verwarring, geen woestheid en doodsheid, maar heelheid en leven door de Heilige Geest.

De Bijbelwetenschapper Moshe David Cassuto (1883-1951) heeft heel mooi uitgelegd wat volgens hem ten diepste de bedoeling is van die woordcombinatie ‘tohoe wabohoe’, die daar aan het begin van Gods Woord in Genesis 1: 2 gebruikt wordt.

Cassuto leest die combinatie van twee woorden als één begrip. Daarmee wordt op een bijzondere manier het prille begin van de aarde omschreven. Hoe er uit het niets iets verschijnt dat nog helemaal zonder vorm – ‘sûnder foarm’ – is. En dan vergelijkt Cassuto de Schepper met een pottenbakker (Jeremia 18: 6). Als die een mooie vaas wil maken, pakt hij eerst een vormeloze klomp klei en legt die op de draaischijf voor hem. Hij ziet in de klei al voor zich wat hij maken wil.

Zo begint de Schepper ook. Hij begint op het nulpunt. Hij begint te scheppen uit het niets. De aarde legt Hij voor Zich neer als de klei van de pottenbakker. Nog helemaal leeg en zonder vorm. Om die daarna te ordenen en leven te geven.

De aarde is in het begin ‘tohoe wabohoe’ – klei van de pottenbakker. Maar God gaat er iets moois van maken. Hij geeft het de vorm die Hij in gedachte al voor Zich ziet. Hij creëert de dingen die er nog niet waren, zoals Hij ze uitgedacht heeft.

Er is dus geen sprake van chaos of wanorde in de negatieve zin van het woord. Hier schept een Kunstenaar materie uit het niets om die onder Zijn zorgzame kunstenaarshanden te veranderen in een wonder – het wonder van onze wereld. Die Kunstenaar mag je leren kennen als Hem Die jouw hemelse Vader wil zijn (Jesaja 64: 8). Zoals Zijn Heilige Geest zweefde boven het water, is Die er ook in jouw leven bij. Met de liefde van Christus vorm gevend aan jouw leven.

Bedenk dat jouw leven eenmaal geweven is – geborduurd – in de moederschoot door diezelfde zorgzame Kunstenaarshanden van toen. Ook mijn leven had immers een ongevormd begin horen we de dichter van Psalm 139 zingen. Maar Hij Die ik mag kennen als mijn hemelse Vader gaat er iets moois van maken. Hij ziet mij vanaf het prille begin al voor Zich zoals ik eenmaal worden zal. Gevormd naar het beeld van Christus. Eenmaal helemaal volmaakt.

Niet voor niets zingt een kinderliedje van Elly & Rikkert dat wij zijn als klei in de hand van de pottenbakker:

Zoals klei in de hand van de pottenbakker
Zo ben jij in Mijn hand, zegt de Heer
Zoals klei in de hand van de pottenbakker
Zo maak Ik jou een vat tot Mijn eer

Kneed mij, Here God
Ook als het soms wel eens pijn doet
Kneed mij, Here God
U weet precies hoe ik zijn moet

Zoals klei in de hand van de pottenbakker
Zo ben jij in Mijn hand, zegt de Heer
Zoals klei in de hand van de pottenbakker
Zo maak Ik jou een vat tot Mijn eer

Kneed mij, Here God
‘k Wil mij opnieuw aan U geven
Kneed mij, Here God
U maakt iets moois van mijn leven

Zoals klei in de hand van de pottenbakker
Zo ben ik in Uw handen, O Heer
Zoals klei in de hand van de pottenbakker
Zo maakt U mij een vat tot Uw eer

Hij weet wat Hij van mij maken wil. Hoe ik straks zal schitteren in Zijn heerlijkheid (Jesaja 45: 9 en Romeinen 9: 20-23).

Dat houdt het allemaal in en nog veel meer. Als ik de Heere Jezus liefgekregen heb, mag ik dat ontdekken. Hoe Hij de hand had in het goede begin van Genesis 1. Maar ook hoe Hij niet wegkeek toen het misging in Genesis 3. Hij laat Zijn mensen niet los. Hij blijft betrokken bij hun wel en wee. Sterker nog: Hij komt persoonlijk naar hen toe. Ook Hij kent Zijn ‘tohoe wabohoe’. Deelt met ons in dat ongevormde begin van het leven uit Psalm 139.

Hij neemt heel dat leven van ons over. Zoals het na Genesis 3 gekenmerkt wordt door het ‘zonde, schuld en oordeel’ uit het doopformulier. Om dat alles tenslotte – Zichzelf als offer gevend – omhoog te dragen aan het kruis (1 Petrus 2: 24). Te midden van alle gebrokenheid die wij ervaren. In de wereld om ons heen en in ons eigen leven. Te midden van al die dingen die het leven soms zo verschrikkelijk moeilijk en haast ondragelijk maken. Is dit het blijvend hoopgevende.

Elke morgen is dat er opnieuw (Psalm 30: 6 en Klaagliederen 3: 22-23). Over elke dag valt toch iets van die glans van het goede begin. Van die liefdevolle en genadige toewending naar ons leven. Van hoe het straks in volmaaktheid zijn zal. Elke morgen mag dat als nieuw zijn. Dat ik mag delen in Zijn lijden, maar ook in Zijn verheerlijking. Met Hem gestorven en begraven. Met Hem opgestaan in een nieuw leven. Vol hoop op Gods nieuwe dag die eenmaal aan zal breken.

Dit is een morgen
als ooit de eerste,
zingende vogels
geven hem door.
Dank voor het zingen,
dank voor de morgen,
beide ontspringen
nieuw aan het Woord.

Dauw op de aarde,
zonlicht van boven,
vochtige gaarde,
geurig als toen.
Dank voor gewassen,
grassen en bomen,
al wie hier wandelt,
ziet: het is goed.

Dag van mijn leven,
licht voor mijn ogen,
licht dat ooit speelde
waar Eden lag.
Dank elke morgen
Gods nieuwe schepping,
dank opgetogen
Gods nieuwe dag.

(Gezang 216)

(Een mooi lied hierbij is ook ‘In The Hands Of The Potter’ van het album ‘Only Jesus’ van Casting Crowns)

Ds. J.P. Strietman

Deze meditatie is gepubliceerd in de Tsjerkepraat van oktober 2021

Share Button

Comments are closed.

Please enter Google Username or ID to start!
Example: clip360net or 116819034451508671546
Title
Caption
File name
Size
Alignment
Link to
  Open new windows
  Rel nofollow