Meditatie | Wees in geen ding bezorgd

Meditatie | Wees in geen ding bezorgd

Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.

Filippenzen 4: 6-7

Rustig op een bankje zitten. Dat is er nog even niet bij. Maar de bank met de intredetekst erop is wel een prachtig cadeau. En die woorden in de rugleuning helemaal.

Zeker, als je bedenkt dat dit ook onze trouwtekst is. Woorden die al die jaren van ons huwelijk een steuntje in de rug waren. Juist bij alle dieptepunten op ons levenspad.

Nu is dat wel even een dingetje. Ga maar na. Wat kom je niet snel in de verleiding om bezorgd te zijn. En wat kunnen wij ons ook geen zorgen maken om van alles en nog wat.

En wees maar eerlijk: is er ook niet genoeg om je zorgen over te maken? In 2001 vonden we de MKZ-crisis al heel erg. Maar nu stapelen de crises zich op.

We kennen een coronacrisis, een klimaatcrisis, een asielcrisis, een energiecrisis, een stikstofcrisis, een personeelscrisis, een woningcrisis en een Oekraïnecrisis.

Geen wonder dat veel mensen hierdoor stress ervaren. Je wordt onzeker. Je maakt je zorgen. Je kan er misschien niet meer van slapen. Er komt zoveel op je af.

En dat geldt nog meer naarmate jou dat persoonlijk raakt. Je zult maar afgekeurd worden vanwege covid, of een melkveebedrijf hebben, of geen woning kunnen vinden.

In de woorden van Paulus klinkt als het ware een echo van de woorden van de Heere Jezus in de Bergrede (Mattheüs 6: 25 t/m 34) om niet bezorgd te zijn over eten, drinken of kleding.

En alweer. Als je bij die 1,2 miljoen huishoudens hoort die nauwelijks rond kunnen komen als de energieprijzen zo hoog blijven, dan is het wel moeilijk om niet bezorgd te zijn.

Dan ga je niet rustig op een bankje zitten, alsof er niets aan de hand is. Dan klinkt dat advies om niet bezorgd te zijn – eerlijk gezegd – niet direct als steuntje in de rug.

Of toch wel? Voor de apostel Paulus is het belangrijkste dit, dat hij de Heere heel dichtbij weet. Voor hem is Jezus de levende Heiland Die beloofd heeft erbij te zijn (Mattheüs 28: 20).

Daarom staat er een komma na dat ‘Wees in geen ding bezorgd’. Er volgt nog meer. Hij wijst je op de kracht van het gebed. Juist als je geloof zwak en klein is en je bezorgdheid zo groot.

Want Gods nabijheid kun je niet meer en beter ervaren, dan juist bij het gebed. Biddend kom je dichter bij de Heere. Nader je tot Hem Die belooft nabij te zijn.

Zo overbrugt de apostel de tegenstelling tussen bezorgd en onbezorgd. Tegenover ‘in geen ding bezorgd’ zet hij ‘alles bekend laten worden’. Bij Hem Die een Hoorder van het gebed is.

De grote Herde Die luistert naar de stem van Zijn schapen. De Vader Die Zijn oor te luisteren legt bij Zijn kinderen. Die weet wat er in hun hart leeft aan zorg en nood.

Paulus vat alles wat er in je hart leeft aan zorg en nood samen in een paar woorden: uw verlangens in alles. Dat wil zeggen: al jouw wensen, alles wat je op je hart hebt.

Daar moet je nu niet in je uppie mee om lopen tobben en ze nog groter maken dan ze al zijn. Nee, je kunt ermee naar God toegaan. Je mag ze bij Hem brengen.

Bij Hem mag je echt je hart uitstorten. Voor Hem is alles wat je op je hart hebt, tot het kleinste dingetje toe, van het allergrootste belang en Hij wil het graag allemaal uit je eigen mond horen.

Handen samen, ogen dicht. Dat is niet alleen voor aan tafel. Je mag altijd en overal bidden. De dingen die je op je hart hebt bij Hem brengen Die werkelijk naar je luistert.

En dan gebruikt Paulus meer dan één woordje voor bidden. Hij spreekt niet alleen van bidden, maar ook smeken. En van dankzegging – dat hoort er onlosmakelijk bij.

Die dankzegging, die dankbaarheid, voegt de apostel expres toe. Omdat je tegelijk danken mag dat God een open oor voor je heeft. Dat Hij inderdaad echt luisteren wil.

Omdat deze God niet ver en onbereikbaar is. Omdat je niet in het luchtledige praat als je bidt. Omdat je Hem kennen mag als Degene Die om Christus’ wil jouw hemelse Vader wil zijn.

Daarom mag je er ook vast op vertrouwen dat Hij hoort en verhoort. Dat jouw gebed niet het ene oor in en het andere weer uit gaat. Jouw hemelse Vader doet er wat mee.

Nee, dat betekent niet dat Hij jou alles geeft wat jij vraagt. Bidden is iets anders dan een mooie goocheltruc. Maar er vindt wel een wonderlijke ruil plaats.

In ruil voor alles wat ik op mijn hart heb en bij Hem breng in mijn gebed geeft Hij mij wat er in Zijn hart leeft. En dat is wat Paulus de vrede van God noemt, die alle begrip te boven gaat.

Die vrede van God is heel bijzonder. Ze gaat alle begrip te boven. Ze is onvoorstelbaar wonderlijk en sterk. Ze komt als versterking en bewaking je hart binnen.

Je ervaart Gods nabijheid, zoals een kind de sterke arm van zijn vader om zich heen kan voelen. Zoals een klein kind vol vertrouwen aan de hand van heit of mem verder durft.

Zo veilig ben ik. Zo veilig zijn ook mijn diepste verlangens en gedachten. Het is allemaal geborgd in Zijn peilloos diepe liefde voor mij in Christus Jezus.

In Christus Jezus, mag Paulus zeggen, is er die beschermende arm van God om mij heen. In Christus Jezus is er die machtige Vaderhand, waar ik mij aan vast mag pakken.

In Hem en in Zijn Zichzelf zo helemaal weggevende en ons opzoekende liefde aan het kruis kun je dat wonder ontdekken, van een Vader Die alles voor Zijn kinderen over heeft.

Laten we dat in de komende zomerperiode en in de vacaturetijd steeds weer bedenken. Of we nu thuis moeten blijven of op vakantie mogen gaan – Hij is erbij.

Geen zorgen voor morgen, maar samen veilig verder. Je kleine kinderhand heel vast in die machtige Vaderhand van God. Blij en dankbaar. Diep van binnen dat geheim bedenkend.

Zo is God. Zo wil Hij zorgen. Zo luistert Hij nu naar mijn bidden. Vol begrip en vol vergevingsgezindheid. Skitterjend is Gods ûntferming, fol genede ryk en frij!

Eigenrom is bûtendoarren,
Gods ferjouwing is myn lean.
Frije geunst mei ik wjerfarre,
no’t ik frij foar God oerstean.
Fier foardat ús mem my berne,
ja, noch foar’t Gods wurd mei macht
wrâlden oprôp út ‘e nacht,
woe Hy my by namme kenne.
God is leafde, ing’lestim,
misketonge, priizje Him!

Omdat God de wrâld sa leaf hie,
stjoerde Hy Syn eigen Soan
nei in wrâld dy’t tsjin Him opstie,
oait sa hearlik, no bedoarn.
Ja, doe’t wy noch sûndners wiene,
stie de Heit al noad foar ús,
stoar de Soan al oan it krús,
stoar foar ús, dy’t skuldig stiene.
God is leafde, ing’lestim,
misketonge, priizje Him!

Skitterjend is Gods ûntferming,
fol genede, ryk en frij.
God jout rêding en beskerming
oan ferlernen, ek oan my.
Hieltyd as der djip fan binnen
skuld en twivel oan my fret,
iep’net God foar my Syn hert
en jit rêst oer al myn sinnen.
God is leafde, ing’lestim,
misketonge, priizje Him!

(Lieten fan leauwe en langstme 133)

Ds. J.P. Strietman

Deze meditatie is gepubliceerd in de Tsjerkepraat van juli 2022

Share Button

Comments are closed.

Please enter Google Username or ID to start!
Example: clip360net or 116819034451508671546
Title
Caption
File name
Size
Alignment
Link to
  Open new windows
  Rel nofollow